De vermelding van deze Jan als graaf van Horne en heer tot Weert, Altena etc., moet deels een vergissing zijn. Zie Jean Coenen, Op de keper beschouwd, Een geschiedenis van Weert, I (Weert, 2009), passim en “Baanderheren, boeren en burgers”, p. 142-144. In de jaren 1590-1600 komt hij niet voor als heer van Weert, Altena etc, want die titel bestond niet meer. Het onderschrift bij het wapen is dus foutief. We hebben hier te maken met Johan van Horne, zoon van Philippe van Horne, kamerheer van Karel V, en van Clara van Renesse, Uit dit huwelijk werden drie wettige kinderen geboren: 1: Jan (onze Broeder); 2: Adriana (getrouwd met Boudewijn de Lannoy, heer van Tourcoing en groot-baljuw van Doornik); 3: Anna (getrouwd met Christoffel, heer van Grootsteijn). Jan van Horne werd opgevoed door René de Chalons, prins van Oranje. Vanaf 1542 werd hij heer van Bassigny, Kessel, Lokeren, Boxtel, en Liempde. Vanaf 1554 vestigde hij zich op kasteel Stapelen te Boxtel. In 1551 trouwde hij Marie van Sint Aldegonde, dochter van Jean van Sint Aldegonde, heer van Noircarmes en van Marie de Rubempré, gravin van Regendorfe. Zij kregen als kinderen: 1: Gerard van Horne (Broeder); 2: Maximiliaan van Horne, baron van Lokeren; 3: Maria van Horne; 4: Clara van Horne (getrouwd met Antoine de Wignacourt, heer van Orthon); 5: Anna van Horne (getrouwd met Adriaan de Noyelles, heer van Marles); 6: Walburga (kanunnikes te Bergen in Henegouwen). In tweede huwelijk trouwde hij Anna van Flodrop, dochter van Balthasar, heer van Leuth, etc, en van Catharina van Bylandt, vrouwe van Well en Bergen. Uit dit tweede huwelijk werden geboren: 7: Johan van Horne, jong overleden; 8: Willem Adriaan van Horne, generaal der artillerie en gouverneur van Heusden, Geertruidenberg en ’s-Hertogenbosch; 9: Johanna die een relatie had met François Herbert; 10: Anna Maria van Horne, die verloofd was met een baron Van Asperen en later kanunnikes werd te Herfort. Jan van Horne was een van de drie Broeders die overgingen tot het het Calvinisme en overliepen naar de Staatsen. In 1566 behoorde hij tot de edelen van het smeekschrift. Rond 1567 werd hij Calvinistisch. Als gouverneur in ’s-Hertogenbosch werd hij ziek en moest vluchten. Uit die tijd stamt de uitrukking: “Wij achten hem voor geen gouverneur, laat hem tot Boxtel knollen braden en zijn boeren regeren”. Bezitsloos beneden de rivieren door confiscaties en plunderingen ging hij naar Utrecht, trad in contact met de bekende historicus Buchelius te Utrecht en reisde | 408 |
met hem door Duitsland en Dillenburg. Daar ontmoette hij ook de bekende carthograaf Mercator. Op latere leeftijd trouwde hij de 20 jaar jongere Anna van Brederode, dochter van Reinoud van Brederode en van Maria van Doerne. Uit dit derde huwelijk werden geen kinderen geboren. Graaf Jan overleed 11 november 1601 te Utrecht en werd begraven in het familiegraf van de Van Brederode’s in de kerk van Vianen. | 409 |
Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'HertogenboschJan grave van Horne
Hr. tot Weert, Althe
na, etc. | 92v |
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 408-409
P.Th.J. Kuyer, Rondom en in het gouvernement (1973) 5, 19, 103